Paragrafen

Paragraaf B. Weerstandsvermogen en risicobeheer

2. Weerstandsvermogen

Het beleid gaat uit van een weerstandsratio van minimaal 1,0. Dat wil zeggen dat de berekende risico’s in ieder geval zijn afgedekt door de aanwezige weerstandscapaciteit (vermogensbuffer). Hiermee sluiten we aan bij de adviezen van de provinciale toezichthouder.
Daarnaast is in het actuele risicobeleid een minimumgrens van 10% van de jaarexploitatie als streefwaarde voor de weerstandscapaciteit vastgesteld. Voor de jaarrekening 2023 gaan we uit van de primaire begroting 2024, inclusief de mutaties tot en met 31 december 2023. De jaarexploitatie bedraagt € 170.961.175 (excl. mutaties reserves). De streefwaarde voor de weerstandscapaciteit is derhalve minimaal € 17.096.000.

Stand ultimo
(bedragen x € 1.000)

2020

2021

2022

2023

Algemene reserve

18.021

16.565

25.293

35.312

Risicoreserve grondbedrijf

5.022

6.404

7.829

7.835

Weerstandscapaciteit

23.043

22.969

33.122

43.147

Algemene risico`s

6.571

2.915

2.576

4.162

Risico`s grondbedrijf

1.108

603

562

311

Risico`s

7.679

3.518

3.138

4.473

Vrije ruimte

15.364

19.451

29.984

38.675

- Algemeen

11.450

13.650

22.717

31.150

- Grondbedrijf

3.914

5.801

7.267

7.525

Weerstandsvermogen

3,00

6,53

10,55

9,65

Het weerstandsvermogen komt ultimo 2023 uit op 9,65. Dit is daling ten opzichte van eind 2022. Oorzaak is de stijging van de algemene risico`s, die mede door de nieuwe berekeningsmethode hoger uitvallen. Het weerstandsvermogen blijft echter ruim boven de vastgestelde norm van 1,00.
De vrije ruimte bedraagt bijna 38,7 mln, een toename van ca. € 8,7 mln. ten opzichte van eind 2022. De vrije ruimte in de algemene reserve bedraagt € 31,2 mln en het grondbedrijf € 7,5 mln.

Deze pagina is gebouwd op 07/11/2024 11:00:15 met de export van 07/11/2024 10:46:10